In hoeverre is een goede gezondheid afhankelijk van de genen? Zit het echt in de genen, of in de familie? Epigenetica biedt hiervoor veel perspectief.
Epigenetica
Stel je eens voor dat je de helft van een eeneiige tweeling bent en exact dezelfde genen hebt als je eeneiige broer of zus. Een van jullie overlijdt op 53-jarige leeftijd aan een ziekte terwijl de ander op 85-jarige leeftijd nog steeds kerngezond is. Hoe kan dat?
Het nieuwe vakgebied ‘epigenetica’ geeft veel antwoorden op bovenstaande vraag. Epigenetica betekent letterlijk ‘sturing boven de genen uit’. Dit vakgebied laat zien dat je je genen als kerstverlichting aan en uit kunt zetten. Zo kunnen er genen tot expressie komen die zorgen voor vitaliteit, maar ook genen die leiden tot ziekte. Dit wordt ook wel genetische expressie genoemd. Op het moment dat je de juiste combinaties van genen tot expressie laat komen, geeft dit je een kerngezond en energiek leven. Maar wat zorgt ervoor dat be- paalde genen wel of niet tot uiting komen? En hoeveel invloed heb je hier zelf op?
Epigenetische factoren
De expressie van je genen wordt veranderd door omgevingsfactoren, ook wel epigenetische factoren genoemd. Voorbeelden van epigenetische factoren zijn voeding, slaap, beweging, emotionele gesteldheid en het milieu waarin je leeft. Deze factoren leiden tot een veranderde ‘chemische feedback’ (signaal) naar de genen toe, waardoor vervolgens de genetische expressie verandert. Met andere woorden: alles wat je denkt, doet en voelt heeft invloed op welke genen je wel of niet tot expressie laat komen. Dit is de reden waarom het niet de genen zijn die bepalen of je gedurende het leven gezond zult blijven, maar de manier waarop je leeft.1-3
Dit is de reden waarom het niet de genen zijn die bepalen of je gedurende het leven gezond zult blijven, maar de manier waarop je leeft.
Hoe zit het dan met erfelijke ziektes?
Natuurlijk zijn er ziekten die volledig aan een enkel defect gen kunnen worden toegeschre- ven, zoals chorea van Huntington, bèta-thalassemie, de ziekte van Tay-Sachs, sikkelcel- anemie, taaislijmziekte, diabetes type I en het syndroom van Down. Maar aandoeningen die door één enkel gen worden veroorzaakt komen bij minder dan 2 procent van de bevolking voor. De overgrote meerderheid van de mensen komt dus ter wereld met genen die hen in staat zouden moeten stellen om een kerngezond en energiek leven te leiden. De meeste westerse welvaartsziekten, zoals kanker, diabetes en hartziekten, zijn daardoor niet het gevolg van één enkel gen, maar van ingewikkelde interacties tussen meerdere genen en omgevingsfactoren.4
Onderzoek na onderzoek bewijst dit.
Onderzoek na onderzoek bewijst dit. Wanneer een groep mensen met diabetes type II gevraagd werd om hun mentale gemoedstoestand te veranderen door een uur te lachen, veranderden ze de expressie van 23 genen. Op het moment dat een groep mannen met (laag-risico) prostaatkanker dagelijks een uur lang ging ademen en mediteren en anders at, werden 48 genen aangezet en 453 genen uitgezet. Veel van de veranderingen die in de genen optraden, remden biologische processen die cruciaal zijn voor het ontstaan van tumoren.5-6
Wanneer muizen niet hun oorspronkelijke voeding aten, brachten ze bepaalde genen tot expressie waardoor ze niet alleen sneller aankwamen, maar ook last kregen van allerlei gezondheidsproblemen, zoals diabetes en kanker.7-8
Opvoeding VS genetische expressie
Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de invloed van opvoeding op de genetische expressie onder ratten. De eerste groep rattenmoeders likte haar kinderen, verzorgde ze, gaf ze veel liefde en aandacht. De tweede groep rattenmoeders likte en verzorgde haar kinderen niet en gaf ze nauwelijks liefde en aandacht. Na onderzoek van de hersenen bleek dat bij de opvoeding van de tweede groep ratten de expressie van bepaalde genen was veranderd. Onder andere in de buurt van het gen voor de glucocortocoïde-receptor. Deze receptor speelt een belangrijke rol bij de regulatie van een stressreactie. Hierdoor werden de ratten veel gevoeliger voor stress, waar ze in hun volwassen leven nog steeds last van hadden.9
Zijn epigenetische factoren erfelijk?
Net zoals je de genen overerft van je ouders, kunnen bepaalde epigenetische factoren ook van generatie op generatie worden overgedragen. Een voorbeeld hiervan is een onderzoek uit 2014, opnieuw onder ratten.
In het onderzoek kregen ratten een pijnlijke stroomstoot als ze een bepaalde geur roken. De ratten ontwikkelden hierdoor al snel een reactie om die geur te vermijden, om zo zich- zelf te beschermen. Het zorgde zelfs voor zo’n sterke reactie, dat dit voor een blijvende aanpassing in hun DNA zorgde. Nadat de ratten zich hadden voortgeplant, hadden de net geboren ratten een net zo sterke reactie op de geur als hun vaders. En dat terwijl de na- komelingen geen pijnlijke stroomstoot hadden gehad én geen contact hadden met hun vaders. Zelfs de kleinkinderen hadden dezelfde reactie op de geur. De conclusie van dit onderzoek was dat deze reactie zich heeft ingeprent rondom de genen en vervolgens generatie op generatie kan worden doorgegeven.10
Ervaringen kunnen letterlijk worden overgedragen
Door middel van markeringen rondom het DNA kunnen ervaringen dus letterlijk worden overgedragen naar de volgende generatie. De werking bij mensen is natuurlijk wel veel in- gewikkelder, hoewel er een paar duidelijke voorbeelden van bestaan:
- Wanneer een moeder tijdens haar zwangerschap rookt en een zoon krijgt, dan heeft haar zoon een grotere kans op overgewicht. Als de moeder een dochter zou krijgen die vervolgens weer een zoon krijgt, maar tijdens de zwangerschap niet rookt, dan heeft haar zoon nog steeds een aanzienlijk grotere kans op overgewicht.11
- Een ander voorbeeld is stress tijdens de zwangerschap. Het blijkt dat er een samenhang is tussen depressie bij vrouwen in het derde trimester van hun zwangerschap en een markering in de buurt van het gen dat van invloed is op de glucocorticoïdereceptor in de ongeboren baby (dezelfde receptor als in het onderzoek onder ratten). Hierdoor zijn de kinderen gevoeliger voor stress.12
Kortom
Genen kun je zien als een startpunt waarmee je hier op aarde komt. Je kunt ze vergelijken met een bibliotheek vol ervaringen van de generaties die vóór je leefden. Gedurende het leven kun je deze bibliotheek verrijken met jouw eigen ervaringen en kun je jouw genetische expressie veranderen om dit vervolgens weer door te geven aan de generaties na jou. Je hebt een enorm stuur in handen waarmee je zelf kunt bepalen welke genen je wel en niet tot expressie laat komen.
Literatuur
- Clark, M. A., Choi, J. H., & Douglas, M. (2018). 16.3 Eukaryotic Epigenetic Gene Regulation. In Biology 2e (p. onbekend). Geraadpleegd van https://openstax.org/books/biology-2e/pages/16-3-eukaryotic-epigenetic-gene-regulation
- Klug, W. S., Cummings, M. R., Spencer, C. A., & Palladino, M. A. (2016). Essentials of Genetics, Global Edition. Londen, Engeland: Pearson Education Limited.
- Adams, J. U. (2008). Obesity, Epigenetics, and Gene Regulation. Geraadpleegd op 31 juli 2020, van https://www.nature.com/scitable/topicpage/obesity-epigenetics-and-gene-regulation-927/
- 35. Strohman, R. C. (2003). Genetic Determinism as a Failing Paradigm in Biology and Medicine. Journal of Social Work Education, 39(2), 169–191. https://doi.org/10.1080/10437797.2003.10779130
- 36. Hayashi, T., Urayama, O., Kawai, K., Hayashi, K., Iwanaga, S., Ohta, M., … Murakami, K. (2005). Laughter Regulates Gene Expression in Patients with Type 2 Diabetes. Psychotherapy and Psychosomatics, 75(1), 62–65. https://doi.org/10.1159/000089228
- 37. Ornish, D., Magbanua, M. J. M., Weidner, G., Weinberg, V., Kemp, C., Green, C., … Carroll, P. R. (2008). Changes in prostate gene expression in men undergoing an intensive nutrition and lifestyle intervention. Proceedings of the National Academy of Sciences, 105(24), 8369–8374. https://doi.org/10.1073/pnas.0803080105
- 38. Waterland, R. A., & Jirtle, R. L. (2003). Transposable Elements: Targets for Early Nutritional Effects on Epigenetic Gene Regulation. Molecular and Cellular Biology, 23(15), 5293–5300. https://doi.org/10.1128/mcb.23.15.5293-5300.2003
- 39. Dolinoy, D. C., Huang, D., & Jirtle, R. L. (2007). Maternal nutrient supplementation counteracts bisphenol A-induced DNA hypomethylation in early development. Proceedings of the National Academy of Sciences, 104(32), 13056–13061. https://doi.org/10.1073/pnas.0703739104
- 40. Weaver, I. C. G., Cervoni, N., Champagne, F. A., D’Alessio, A. C., Sharma, S., Seckl, J. R., … Meaney, M. J. (2004). Epigenetic programming by maternal behavior. Nature Neuroscience, 7(8), 847–854. https://doi.org/10.1038/nn1276
- 41. Zhang, T. Y., Labonté, B., Wen, X. L., Turecki, G., & Meaney, M. J. (2012). Epigenetic Mechanisms for the Early Environmental Regulation of Hippocampal Glucocorticoid Receptor Gene Expression in Rodents and Humans. Neuropsychopharmacology, 38(1), 111–123. https://doi.org/10.1038/npp.2012.149
- 42. University of Bristol. (2020, 27 oktober). Avon Longitudinal Study of Parents and Children | Avon Longitudinal Study of Parents and Children | University of Bristol. Geraadpleegd op 1 augustus 2020, van http://www.bristol.ac.uk/alspac/
- 43. Oberlander, T. F., Weinberg, J., Papsdorf, M., Grunau, R., Misri, S., & Devlin, A. M. (2008). Prenatal exposure to maternal depression, neonatal methylation of human glucocorticoid receptor gene (NR3C1) and infant cortisol stress responses. Epigenetics, 3(2), 97–106. https://doi.org/10.4161/epi.3.2.6034
Eén reactie
Normally I do not learn article on blogs, however I wish to say that this write-up very pressured me to check out and do so!
Your writing taste has been amazed me. Thank you, quite nice post.